zondag 22 februari 2015

Mijn geur

Ik kwam in de buurt van een stadje, Pierrefort, kwam ik terug in contact met mensen. Ik moet er vreselijk hebben uit gezien: mijn haar hing tot de binnenkant van mijn knieën en mijn baard tot aan mijn navel. Mijn nagels waren als vogelklauwen en de vellen hingen van mijn lijf. De inwoners van de stad brachten me naar de burgemeester. Ik kon mijn gezellenbrevet voorleggen en mocht dus blijven. Ik werd meegenomen door de markies de la Taillade-Epinasse die me grondig onderzocht. Vijf dagen lang duurde de gecombineerde ontsmettings- en revitaliseringskuur. Ik werd van top tot teen gewassen, mijn vingernagels werden geknipt, mijn tanden werden gepoetst, ze schoren, knipten en kamden mijn haren, ik kreeg nieuwe kleren... En als kerst op de taart werd ik besprenkeld met een eenvoudig viooltjesparfum. De markies was trots op zichzelf en liet me voor de eerste keer in de spiegel kijken. Voor de eerste keer voelde ik me normaal, ik knikte tevreden naar de markies en sperde mijn neusgaten open.


De volgende fingeerde ik een flauwte en viel volkomen uitgeput en als door verstikking bedreigd op een divan. De arme markies was in alle staten. Ik riep 'met mijn laatste krachten' dat het door dat viooltjesparfum kwam. Een sluwe list, die meteen zijn vruchten afwierp. Ik werd naar de beste parfumeur van de stad gebracht, Runel. Ik mocht er een parfum creëren. Die dag maakte ik het merkwaardigste parfum dat ik ooit zou maken, dat ooit op de wereld was geweest. Ik maakte een persoonlijke geur. Het werd een gruwelijke basis dat werd aangelengd met enkele frisse geuren. Ik vulde 2 flacons en besprenkelde mijn hele lichaam met mijn nieuw parfum dat uitsluitend voor mij bedoeld was. Een echt mensengeur Ik voelde me als herboren en trok de straat op.

Op straat overviel me plotseling angst en onzekerheid, want voor het eerst in mijn leven verspreidde ik een menselijke geur. Zelf vond ik het afschuwelijk maar de inwoners van Montpellier duidelijk niet. Mensen keken naar wie ik was. Ze schrokken niet meer en waren nieuwsgierig. Mijn angstgevoelens vervielen in trots en zelfzekerheid. Ik was de drager van een geur die iedereen beminde. Een ware God der geuren.

Ik bleef nog enkele weken in Montpellier. Ik had een zeker roem vergaard en ik werd uitgenodigd in salons waar men me uithoorde over mijn holbestaan en mijn genezing door de markies. Ik kon de mensen vertellen wat ik wou, als ze me maar vertrouwden.

Begin maart pakte ik al mijn spullen en trok stiekem weg, in alle vroegte, in een onopvallend bruin kostuum. Niemand herkende me, want ik had deze dag, met voorbedachte rade afgezien van mijn parfum. Zeven dagen had ik nodig om Grasse te bereiken. Ik meed de drukke wegen en steden niet meer, want ik had een geur, geld, zelfvertrouwen en haast. Hoe sneller ik er was, hoe beter. Ik wou de drie technieken om geuren te vergaren kost wat kost onder de knie krijgen. En dat kon volgens Baldini nergens beter dan in Grasse. Ik dwaalde wat rond in de stad toen ik aan een tuin aankwam. Ik sloot mijn ogen en de geuren sloegen over me heen. Ik kreeg het warm van geluk en koud van schrik. Ik herkende die geur: Parijs september 1753. Ik wist het zeker; de geur die vanuit de tuin waaide was de geur van het roodharige meisje dat ik had vermoord. De geur leidde hem naar een bloem. Die bleek 2 jaar nodig te hebben om haar volgroeide geur te kunnen afgeven. Dus ik had nog 2 jaar de tijd om mijn kennis uit te breiden en zijn ambachtelijke vaardigheid te volmaken om voorbereid te zijn op het tijdstip van de oogst. Ik begon meteen, geen tijd te verliezen! Ik moest en zou die geur in mijn bezit hebben.

Ik ontdekte een klein parfumeursatelier waar ik om werk vroeg. Madame Arnulfi twijfelde, maar nam me toch aan. Ik ging direct aan de slag. Ik leerde er om bloemengeuren op te slaan in vet, experimenteerde met de geurafgiften van dode voorwerpen en daarna zelfs met levende. Dat laatste was niet zo'n succes: de beesten moest ik bekleedden in vet gedoopte lappen en dat was duidelijk tegen hun zin. Hun angstzweet belemmerde ook hun eigen geur, dus ik moest een manier vinden om ze eerst op hun gemak te stellen. Ik probeerde een nieuwe tactiek uit bij een jongen hond. Voor het slachthuis lokte ik hem van zijn moeder weg met een stuk vlees en sloeg hem vervolgens nauwkeurig met een stuk brandhout op het hoofd. Het geluk van het hondje lag nog op zijn lippen en in zijn ogen. Een perfecte geur dus, experiment geslaagd. Ik wist dat lijken net als geplukte bloemen waren, snel aan bederf onderhevig. Ik hield 12 uur lang de wacht aan mijn slachtoffer en ik merkte de eerste flarden van de weliswaar aangename, maar misleidend ruikende lijkengeur vanuit het hondelijkje opwelden. Toen dat gebeurde ruimde ik meteen het lijk uit de weg en stopte het beetje vet dat de geur had opgenomen in een ketel. Het destillatieproces kon beginnen en het parfum lukte. Het rook verbazingwekkend naar vochtig, talgachtig hondenvel.

Later hield ik het experimenteren voor bekeken en het creëren van mensengeuren liet me koud. Ik beheerste nu alle technieken en dat was niet meer nodig om dat verder te bewijzen. Ik ontdekte dat ik de geur van bepaalde mensen begeerde: die uiterst zeldzame mensen die tot liefde inspireren. Die waren mijn slachtoffers.


3 opmerkingen:

  1. Je zegt dat Grenouille een bloem vindt met dezelfde geur als het roodharige meisje in Parijs. Maar hij vindt geen bloem, hij vindt een ander roodharig meisje dat hij vergelijkt met een bloem. Binnen 2 jaar zou haar geur volledig ontwikkeld zijn dus heeft hij nog 2 jaar de tijd om nieuwe technieken te leren (dit wordt zo gezegd in het boek). De techniek om de geur van een bloem te destilleren heeft hij al onder de knie, dus dan zou hij niks nieuws meer moeten leren.

    Het thema van het boek is hier zeer duidelijk: verlangen naar geluk. Grenouille is ervan overtuigd dat als zijn zoektocht naar de perfecte geur slaagt, hij een gelukkig leven zal leiden. Zijn leven staat volledig in het teken van de zoektocht naar geluk/liefde. Zijn slachtoffers zijn de uiterst zeldzame mensen die tot liefde inspireren, op deze manier wilt hij liefde in zijn parfum brengen.

    Het is duidelijk dat Grenouille alles over heeft om zijn levensdoel te bereiken. Hij bedenkt een list om in een parfumerie te geraken en hij zit helemaal niet in met de slachtoffers die hij maakt om te experimenteren.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 'De bloem' waar Grenouille het altijd over heeft, is inderdaad een meisje. Omdat Grenouille doorheen het verhaal haar bijna altijd 'de bloem' noemt, heb ik ervoor gekozen om ook die metafoor te gebruiken in mijn blog. Dit is alweer een mooi voorbeeld van hoe de moorden worden geminimaliseerd. Het meisje is gewoon een bloem dat moet geplukt worden. Niets meer, niets minder.

      Je volgt Grenouille het hele verhaal lang op zijn zoektocht naar geluk en liefde. In hem geval het ultime parfum. Daarin gaat hij heel ver. Je zou zijn tocht zelfs ziekelijk kunnen noemen.

      Verwijderen
    2. Een kleine rechtzetting: In zijn geval het ultieme parfum.

      Verwijderen