Ik vermoordde een 15 jarig meisje in een rozenveld, halverwege Grasse. Ik sloeg haar met een knuppel tegen het achterhoofd neer, kleedde haar uit en nam haar geur me in vet. En zo ging ik telkens te werk. Maar liefst 24 maagden had ik al vermoord. Ik had ze nodig. Nodig voor mijn meesterparfum. Er heerste een vrees over het land, de vrees voor de onbekende seriemoordenaar. De mensen wisten niet meer tegen wie ze hun machteloze woede moesten keren. Maar ik had nog maar 1 maagd nodig voor mijn parfum af te werken en ik weet wat ik wou: de kostbare geur van de dochter van de vice-consul, Laure. Een zestienjarig meisje met donkerrood haar en groene ogen. Haar geur had me meteen betoverd. Ik moest ze bezitten. Ik voelde dat de dag van mijn triomf in aantocht was.
Ik volgde de consul, Richis, en zijn dochter met mijn neus, wat me bij een herberg bracht. Ik wachtte in de stal van de herberg tot de nacht viel en sloeg dan toe. In het huis brandde geen licht meer. Ik voelde me opperbest. Ik vond een ladder, zette die tegen haar raam dat half open stond en klom naar boven. De geur werd alsmaar sterker. Ik drukte het raam open en liet me de kamer inglijden. Ik draaide me naar het bed. Ze lag op haar buik met haar gezicht in het kussen gedrukt waardoor de lekkere geur van haar haar overheerste. Haar achterhoofd lag dus op een ideale wijze voor de klap met de knuppel... Ik deed het. Het geluid van de klap was dof en knarsend, ik haatte het. Maar ik moest de geur echt hebben. Ik sneed haar kleren open, pakte het ingevette laken en wierp het over haar lichaam. Van top tot teen was ze bedekt. Nu moest ik nog even wachten zodat haar geur helemaal opgenomen kon worden en als de vogels begonnen te fluiten voltooide ik mijn werk. Ik perste de laatste geur uit haar, nam de doeken, haar nachthemd en een plukje haar mee en daalde de ladder terug af. Ik ging terug naar mijn werkplaats in de parfumerie en begon aan de laatste stappen van mijn meesterparfum. Het nieuws van Laures dood verspreidde zich snel en enkele uren later werd ik gearresteerd.
Mijn werkplaats werd grondig doorzocht en alle 25 gewaden en plukken haar van de vermoordde meisjes werden tentoongesteld. Mensen brulden en huilden vol ongeloof. Niemand begreep dat ik die meisjes echt nodig had voor mijn parfum. Het proces tegen me verliep heel snel en ik verbleef enkele dagen in de cel. Op 15 april 1766 werd gevonnist en de uitspraak werd me in mijn cel voorgelezen. Binnen de 48 uur zal ik voor de stadspoorten worden geleid, daar zal ik in levende lijve 12 slagen met een ijzeren staaf toegediend krijgen en daarna op een kruis gebonden worden tot mijn dood er op volgde. Ik had geen laatste wens. Er kwam een priester en vele mensen kwamen me in de volgende uren van dichterbij bekijken. Maar ik sliep, ieder woord leek me verder zinloos.
De
terechtstelling zou om 5 uur 's middags moeten plaatsvinden. Ik hoorde dat de
eerste toeschouwers 's ochtends al aankwamen om een goede plaats te
bemachtigen. Naarmate de dagvorderde, stroomden de toeschouwers toe. Het moment
was aangebroken. Met een wit hemd, blauwe
lakense jas, witzijden kousen en zwarte gespschoenen stapte ik uit de koets die
me naar het schavot had gebracht. De mensen brulden en staarden me aan. Ik
genoot ervan.
Ik wou een overweldigend parfum maken waardoor mensen me meteen zouden liefhebben. Ik zag me hier nu staan. Twee jaar gewerkt aan dat parfum en nu werd ik verafgood, aanbeden. Zo voelde het tenminste. Maar mijn haat voor die ik voor mensen koesterde was groter. Opeens besefte ik dat ik nooit uit liefde, maar altijd uitsluitend uit haat bevrediging zou putten, uit haat en gehaten worden.
Ik wou een overweldigend parfum maken waardoor mensen me meteen zouden liefhebben. Ik zag me hier nu staan. Twee jaar gewerkt aan dat parfum en nu werd ik verafgood, aanbeden. Zo voelde het tenminste. Maar mijn haat voor die ik voor mensen koesterde was groter. Opeens besefte ik dat ik nooit uit liefde, maar altijd uitsluitend uit haat bevrediging zou putten, uit haat en gehaten worden.
Opeens sprong de vice-consul op uit de voorste rij van de ere tribune en liep recht op me af. Hij ging me doden. Dit waren mijn laatste momenten. Ik spreidde mijn armen uit om de aanstormende engel te ontvangen. Ik voelde me haast verlost en sloot mijn ogen. Tijd om te sterven. Richis lag aan mijn borst, tranen rolden over zijn wangen en zijn mond trilde. Geen verlossende dolkstoot, geen hartsteek, niet eens een vloek of een kreet van haat. Ik wou vluchten, ik kon het niet aan. Ik wou uit elkaar spatten, ontploffen, dood. Het werd zwart voor mijn ogen en ik verloor mijn bewustzijn.
Toen ik wakker werd lag ik in het bed van Laure. Ik rook haar meteen. Richis zat naast me wakend op een krukje. Hij had mijn hand vast en streelde me. Hij glimlachte en verzekerde me dat alles goed zou komen, op voorwaarde dat ik zijn zoon werd. Ik knikte verzwakt en deed mijn ogen terug toe. Richis liep blij de kamer uit en ik wachtte tot ik in de stad geen geluid meer hoorde. Ik stond op, kleedde me aan en liep zachtjes de trap af en sloop het huis uit. Ik had mijn parfum mee. Ik begon weer aan een nieuwe reis. Ik trok alleen 's nachts en meed zoveel mogelijk mensen of wegen. Mijn doel was Parijs. Daar wou ik sterven. Op 25 juni 1767 betrad ik de stad 's morgens vroeg om 6 uur. Het beloofde een hete dag te worden, de heetste tot nu toe. Ik liep naar de Cimetière des Innocents. Een echte stortplaats voor de dood. Er vertoonde zich geen levende mens en lijkstank was zo hevig dat zelfs de doodgravers verstek lieten gaan.
Ik wachtte tot middernacht onder de bomen want toen pas kwam de plaats tot leven met allerlei gespuis, dieven, moordenaars, messentrekkers, hoeren, deserteurs en jonge bandieten. Ik zag ze een klein kampvuur aansteken om op te koken en om de geur te verjagen. Ik kwam van onder de bomen vandaan en begaf me onder deze mensen. Maar ze namen me niet waar. Ik pakte mijn parfum uit mijn jaszak, trok de stop eraf en besprenkelde mijn hele lichaam ermee. Ze werden aangetrokken door deze engelengeur. Ze kwamen op me af. Het zou niet lang meer duren of mijn kleren zouden in stukken gescheurd worden, ze zouden me plukken, slaan en versnijden. Iedereen zou een stukje willen van mij, van Jean-Baptiste Grenouille, de drager en maker van dit heerlijke parfum dat niemand kon weerstaan. Voor het eerst zouden ze iets uit liefde doen. Eindelijk was het zo ver.




Grenouille heeft zijn doel bereikt. Iedereen begeert hem dankzij zijn eigen gecreëerd parfum. Zelfs de vader van zijn laatste slachtoffer kan niet aan hem weerstaan. Waarom zou hij nog blijven leven als zijn levensdoel bereikt is? Hij verzint een gruwelijk plan voor zijn eigen dood en nogmaals wordt er bewezen dat hij zo geliefd is dat hij zelfs levend wordt opgegeten.
BeantwoordenVerwijderenDit is een duidelijk gesloten einde dat redelijk onverwacht komt, aangezien er nergens in het boek echt spanning wordt opgebouwd.
Het boek is volledig chronologisch geschreven, waardoor het heel makkelijk te volgen is. De verteltijd is 255 pagina's terwijl de vertelde tijd gaat over een periode van 29 jaar. Gedurende deze periode ontwikkelt het round character Grenouille zich van baby tot aan zijn dood.
Inderdaad, Grenouille heeft zijn levensdoel bereikt. Hij wordt verafschuwt en verafgood tegelijkertijd en daar geniet hij van. Hij bereidt zijn eigen dood voor en is helemaal klaar om te sterven. Ik vind het een heel verrassend einde. Ik had niet verwacht dat hij zijn meesterparfum voor zijn eigen dood ging gebruiken. Eindelijk heeft hij liefde gevonden.
VerwijderenIne, je blog is goed geschreven. Misschien had hij nog iets angstaanjagender verteld mogen worden, aangezien Grenouille toch een emotieloos iemand is...
BeantwoordenVerwijderenMatya, je reacties zijn goed en jullie hebben daardoor ook een heel aantal verhaalaspecten besproken. Inhoudelijk konden jullie misschien nog iets meer ingaan op de gruwelijke koelheid van Grenouille...